Letselschadezaken waarbij het slachtoffer een zzp’er (= zelfstandige zonder personeel) is, behoeven bijzondere aandacht. In de praktijk hebben namelijk maar weinig zzp’ers een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) afgesloten. Dat betekent dat een zzp’er na een verkeersongeval, arbeidsongeval of medische fout direct zonder inkomen kan komen te zitten.
In tegenstelling tot een werknemer, kan een zzp ‘er geen aanspraak maken op een WIA- of WW-uitkering. Er bestaat mogelijk slechts recht op een bijstandsuitkering, maar deze dekt vaak de (vaste) lasten niet. Een zzp ‘er met letselschade heeft daarom vaak direct behoefte aan financiële hulp van de aansprakelijke verzekeraar. Dat kan lastige situaties opleveren.
De duur van letselschadezaken zorgt voor lastige situaties bij letselschade zzp ‘er
Letselschadezaken kunnen jarenlang duren. Dat moet natuurlijk anders, maar dit is helaas (nog) de realiteit. Het kan dus jaren duren voordat de zzp ‘er met letselschade zijn schadevergoeding ontvangt.
Eerst moet de aansprakelijkheid het ongeval vastgesteld worden. Dat is de eerste stap. Dat kan lang duren, maar soms gelukkig ook niet. Is er bijvoorbeeld sprake van een achteropaanrijding dan is het rondkrijgen van de aansprakelijkheid gelukkig vaak geen probleem. Is echter sprake van een medische fout, dan kan dat toch al snel enkele jaren duren.
Ook nadat aansprakelijkheid is erkend door (de verzekeraar van) de wederpartij, kan een letselschadezaak nog lang duren. Dat heeft te maken met het volgende:
- afwachten herstel: het herstel van de zzp’er met letselschade moet worden afgewacht. Pas na twee jaar kan doorgaans gesproken worden van een relatieve medische eindsituatie. We gaan er dan vanuit dat de situatie van het slachtoffer stabiel is en niet meer zal verbeteren of verslechteren.
- in kaart brengen medische gevolgen: de medische gevolgen van een ongeval of medische fout moeten vervolgens in kaart worden gebracht. De verzekeraar en de zzp ‘er schakelen in de praktijk beide een eigen medisch adviseur in. Het komt vaak voor dat de medisch adviseurs het onderling niet eens worden over de gevolgen van een ongeval/fout. De medisch adviseur van de verzekeraar vindt dan bijvoorbeeld dat de klachten wel mee vallen of bestrijdt dat deze door het ongeval/de fout zijn ontstaan. Er moet dan een derde, onafhankelijke deskundige (een arts) worden ingeschakeld om de medische gevolgen van een ongeval/fout in kaart te brengen.
- in kaart brengen financiële gevolgen: nadat de medische gevolgen in kaart zijn gebracht, moeten ook de financiële gevolgen van een ongeval/medische fout in kaart worden gebracht. Er spelen vragen als: welke beperkingen zijn door het letsel aanwezig op het gebied van werk en in het privéleven? Kan iemand nog inkomen verwerven en zo ja hoeveel? Wat zou iemand zonder ongeval/medische fout hebben bereikt in zijn of haar leven? Enzovoort. Voor de beantwoording van die vragen worden ook weer deskundigen ingeschakeld, waaronder: een verzekeringsgeneeskundige, een arbeidsdeskundige en uiteindelijk een rekenkundige.
In totaal kan dit traject al snel 3-5 jaar in beslag nemen. Soms duren letselschadezaken zelfs nog langer omdat er zich in een zaak meerdere discussies voordoen waar partijen onderling niet uitkomen. Bijvoorbeeld over de noodzaak tot inschakeling van een onafhankelijke deskundige of over de persoon van de deskundige. Het slachtoffer zal dan naar de rechter moeten stappen om een zaak verder te brengen, waar ook weer de nodige tijd overheen gaat. Ook kunnen de reactietermijnen van verzekeraars erg lang zijn. Het duurt soms wel drie maanden voordat een verzekeraar reageert.
Adequate bevoorschotting bij letselschade zzp ‘er
Om ervoor te zorgen dat een zzp ‘er met letselschade niet in grote financiële problemen komt door een ongeval, moet de verzekeraar gedurende de looptijd van de zaak adequate voorschotten op de schade verstrekken. Ervaring leert dat verzekeraars in de eerste twee jaar van een zaak wel bereid zijn om voorschotten te verstrekken, maar daarna niet meer. De verzekeraar wilt dan meestal de zaak definitief regelen voor een bedrag waar u slechts tijdelijk mee uit de brand wordt geholpen.
Het is daarom van belang om zo’n twee jaar na het ongeval, de zaak goed op de rit te hebben. Daarmee bedoelen wij (i) dat de medisch deskundigen klaar staan om de ernst van uw letsel (en het verband tussen letsel en ongeval) te beoordelen, en (ii) dat uw schade goed in kaart is gebracht door middel van een schadeoverzicht. Hiermee kunnen aanvullende voorschotverzoeken worden onderbouwd.
Als deze twee stappen nog niet genomen zijn in de zaak, kan een verzekeraar vrij makkelijk betaling van aanvullende voorschotten weigeren. De verzekeraar zal dan verwijzen naar het advies van haar eigen medisch adviseur en zich op het standpunt stellen dat ook de financiële schade nog niet bewezen is.
Als uit de deskundigenrapporten blijkt dat uw klachten door het ongeval of medische fout zijn veroorzaakt, dan is het ook mogelijk om aanvullende bevoorschotting via de rechter af te dwingen. Soms is dat nodig omdat de aansprakelijke verzekeraar blijft weigeren om aanvullende voorschotten te betalen.