Veelgestelde vragen

De meeste hulpverleners / belangenbehartigers die werken bij letselschadekantoren en rechtsbijstandverzekeraars zijn jurist. Geen advocaat. Dat verschil is belangrijk. Juristen hebben namelijk veel minder mogelijkheden  dan advocaten. Het belangrijkste verschil is dat juristen niet naar de rechter kunnen stappen als dat nodig is. Ook hoeven zij hun kennis niet bij te houden. Juristen worden daardoor vaak niet serieus genomen door verzekeraars. Discussies tussen verzekeraars en juristen kunnen daardoor nodeloos lang duren en vastlopen. Het inschakelen van een letselschade advocaat in plaats van een jurist heeft voor u veel voordelen:

  • Een advocaat wordt serieus genomen door de tegenpartij
  • een advocaat kan en zal voor u naar de rechter stappen
  • een advocaat moet ook voldoen aan strenge opleidings- en kwaliteitseisen
  • Een advocaat is  onderworpen aan duidelijke gedragsregels en heeft een geheimhoudingsplicht
  • ook heeft een advocaat toegang tot gefinancierde rechtshulp en kan voor u een toevoeging aanvragen als u de rechtshulp niet kunt betalen.

De duur van een letselschadezaak laat zich moeilijk voorspellen. Het is afhankelijk van de ernst van het letsel, de herstelperiode en de omvang van de geleden financiële schade. Bij licht letsel (denk aan: kneuzingen) met weinig financiële schade, kan een letselschadezaak soms letterlijk met één telefoontje naar de verzekeraar worden geregeld. Bij ernstiger letsel en/of bij grote financiële schade kan een letselschadezaak jarenlang in beslag nemen. Dat heeft te maken met het volgende:

  • afwachten herstel: het herstel van het slachtoffer moet worden afgewacht. Pas na twee jaar kan doorgaans gesproken worden van een relatieve medische eindsituatie. We gaan er dan vanuit dat de situatie van het slachtoffer stabiel is en niet meer zal verbeteren of verslechteren.
  • in kaart brengen medische gevolgen: de medische gevolgen van een ongeval of medische fout moeten vervolgens in kaart worden gebracht. De verzekeraar en het slachtoffer schakelen in de praktijk beide een eigen medisch adviseur in. Het komt vaak voor dat de medisch adviseurs het onderling niet eens worden over de gevolgen van een ongeval/fout. De medisch adviseur van de verzekeraar vindt dan bijvoorbeeld dat de klachten wel mee vallen of bestrijdt dat deze door het ongeval/de fout zijn ontstaan. Er moet dan een derde, onafhankelijke deskundige (een arts) worden ingeschakeld om de medische gevolgen van een ongeval/fout in kaart te brengen.
  • in kaart brengen financiële gevolgen: nadat de medische gevolgen in kaart zijn gebracht, moeten ook de financiële gevolgen van een ongeval/medische fout in kaart worden gebracht. Er spelen vragen als: welke beperkingen zijn door het letsel aanwezig op het gebied van werk en in het privéleven? Kan iemand nog inkomen verwerven en zo ja hoeveel? Wat zou iemand zonder ongeval/medische fout hebben bereikt in zijn of haar leven?  Enzovoort. Voor de beantwoording van die vragen worden ook weer deskundigen ingeschakeld, waaronder: een verzekeringsgeneeskundige, een arbeidsdeskundige en uiteindelijk een rekenkundige.

Het hele hierboven beschreven traject kan al snel 3-5 jaar in beslag nemen. Soms duren letselschadezaken zelfs nog langer omdat er zich in een zaak meerdere discussies voordoen waar partijen onderling niet uitkomen. Bijvoorbeeld over de noodzaak tot inschakeling van een onafhankelijke deskundige of over de persoon van de deskundige. Het slachtoffer zal dan naar de rechter moeten stappen om een zaak verder te brengen, waar ook weer de nodige tijd overheen gaat. Ook kunnen de reactietermijnen van verzekeraars erg lang zijn. Het duurt soms wel drie maanden voordat een verzekeraar reageert.

Gelukkig wordt in de letselschadepraktijk vaak het hierboven beschreven traject niet volledig bewandeld. Partijen bereiken vaak tussendoor een regeling. 

Een letselschade advocaat rekent vaak een tarief tussen de € 230 en € 300 per uur exclusief BTW. In de praktijk hoeft het slachtoffer de advocaat vaak niet zelf te betalen. Als aansprakelijkheid is vastgesteld, dan moet de tegenpartij (de verzekeraar) namelijk de volledige advocaatkosten betalen. Dat betekent in feite dat het inschakelen van rechtshulp voor het slachtoffer gratis is. 

Let wel op: verzekeraars betalen vaak niet de volledige declaratie/nota van een letselschade advocaat of letselschadejurist. De verzekeraar vindt dan bijvoorbeeld het uurtarief te hoog of dat de advocaat/letselschadejurist teveel tijd aan de zaak heeft besteed. Veel kantoren spreken dan met u af dat u het verschil tussen de declaratie van de advocaat en het door de verzekeraar betaalde bedrag zelf moet bijleggen. Lees daarom altijd goed de opdrachtbevestiging door zodat u niet voor onaangename verassingen komt te staan.

Ook zijn er in de letselschadebranche veel letselschadejuristen (niet-advocaten) actief. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, rekenen letselschadejuristen vaak dezelfde tarieven als advocaten. En dat terwijl een letselschadejurist veel minder mogelijkheden heeft dan een letselschade advocaat. Zo kan een letselschadejurist niet voor u naar de rechter stappen, wat een belangrijk nadeel is. Het naar de rechter kunnen stappen is namelijk een onmisbaar (pressie)middel.

Bij VictimFirst Advocaten hanteren wij voor de meeste zaken een uurtarief van € 290 (2023). Dat tarief wordt door verzekeraars veelal redelijk bevonden. 

Indien door een ongeval of medische fout schade is ontstaan, is het verstandig om contact op te nemen met een letselschade advocaat. Deze kan u vrijblijvend adviseren over de haalbaarheid van een claim. Er is meestal overigens geen reden tot haast: uw claim verjaart meestal pas na 3 of 5 jaar nadat het ongeval of de medische fout plaatsvond. 

Desalniettemin kan het wel verstandig zijn om relatief kort na een ongeval of medische fout contact te zoeken met een letselschade advocaat. Door tijdsverloop kunnen namelijk bewijsmogelijkheden verloren gaan. Denk bijvoorbeeld aan een ongevalslocatie die niet meer toegankelijk is, camerabeelden die niet lang bewaard blijven of getuigen die je beter vlak na een gebeurtenis kan bevragen in plaats van (jaren) later.

Deze vraag laat zich niet in algemene zin beantwoorden. In sommige zaken ligt het voor de hand dat de tegenpartij aansprakelijk is. Denk bijvoorbeeld aan een achteropaanrijding. De achteroprijdende automobilist is dan bijna altijd aansprakelijk. Van een automobilist wordt immers verwacht dat die voldoende afstand houdt van zijn voorligger om een noodstop te kunnen maken.

In andere zaken ligt deze vraag lastig(er). Denk bijvoorbeeld aan een bloeding die is ontstaan tijdens een operatie. Is er sprake van een complicatie (waarvoor de arts niet aansprakelijk is) of van een medische fout (waarvoor de arts wel aansprakelijk is)? Een lastige vraag waar forse discussie over plaats kan vinden. 

Nadat de tegenpartij aansprakelijkheid heeft erkend of deze door de rechter is vastgesteld, heeft het slachtoffer recht op vergoeding van zijn schade. Het uitgangspunt is volledige schadevergoeding van de werkelijk geleden schade. Het slachtoffer moet zo veel mogelijk in de positie worden gebracht alsof het ongeval / de medische fout niet heeft plaatsgevonden. 

Er kan recht bestaan op de volgende schadeposten:

  • materiële schade
  • medische kosten
  • reiskosten
  • verlies aan verdienvermogen
  • huishoudelijke hulp en mantelzorg
  • verlies aan zelfwerkzaamheid
  • smartengeld

In geval van overlijden kan voor de nabestaanden aanspraak bestaan op de volgende schadeposten:

  • uitvaartkosten
  • gederfd levensonderhoud
  • affectieschade.

De hoogte van de schadevergoeding hangt af van vele factoren/variabelen. Deze vraag laat zich aldus niet in algemene zin beantwoorden. Diverse kantoren (meestal niet-advocaten) bieden op hun website de mogelijkheid aan om zelf uw schade te berekenen door online diverse vragen te beantwoorden. Dat zijn vaak marketingtools die een onjuist/onvolledig beeld geven en waarbij altijd de slotvraag is of u het goed vindt dat er iemand contact met u opneemt. Pas daar dus mee op.

In werkelijkheid betreft het begroten van de schade echt maatwerk. Geen zaak is hetzelfde. Er bestaan geen standaardbedragen of standaardvergoedingen.

Hoe wordt de hoogte van de schadevergoeding dan wel bepaald? Dit wordt gedaan door een vergelijking te maken tussen twee situaties:

  1. de daadwerkelijke situatie van het slachtoffer na het ongeval, en 
  2. de denkbeeldige situatie waarin het ongeval niet zou hebben plaatsgevonden.

Deze vergelijking noemen wij in vakjargon de “vergelijkingshypothese”. Een voorbeeld ter verduidelijking:

Piet heeft door toedoen van een ander een whiplash opgelopen. Hij was ten tijde van het ongeval zelfstandig cv-monteur. Hij heeft zich, zoals veel zzp’ers, niet tegen arbeidsongeschiktheid verzekerd. Nu kan hij nog maar gedeeltelijk werken. Piet staat onder behandeling van medici, moet iedere week naar de fysiotherapeut en moet een huishoudster inschakelen omdat hij het huishouden niet meer zelf kan doen. 

Om het verlies van verdienvermogen (het gemiste inkomen) te bepalen, moeten wij vaststellen wat Piet ten tijde van het ongeval verdiende en wat hij zonder ongeval zou verdienen. Op basis van de door Piet verstrekte informatie zien wij dat hij gemiddeld € 2.000,- netto per maand verdiende ten tijde van het ongeval. Piet had nog ruimte voor nieuwe klanten. Zijn inkomen had zonder ongeval daarom nog kunnen groeien. Na het ongeval verdient Piet nog maar € 1.000,- netto per maand. Het gat hiertussen is de maandschade van Piet. Hoelang Piet recht heeft op vergoeding van dit bedrag, hangt af van zijn medische situatie en herstel. Indien een slachtoffer niet hersteld, bestaat recht op vergoeding tot de pensioengerechtigde leeftijd.

Voor andere schadeposten geldt – wat kort door de bocht – dat alle gemaakte kosten die zonder ongeval niet zouden zijn gemaakt, voor vergoeding in aanmerking komen. Die kosten moeten dan wel redelijk zijn. Zo kan het redelijk zijn dat Piet voor 5 uur per week een huishoudster ingeschakeld, maar niet voor 10 uur per week. 

Om goed zicht te krijgen op iemands situatie is altijd veel en gedetailleerde informatie nodig. In het geval van Piet moet hij bijvoorbeeld de jaarstukken en aangiften inkomstenbelasting over de drie jaar voor het ongeval verstrekken. Op basis daarvan krijgen wij zicht op zijn gemiddelde verdiensten en  de inkomensgroei die hij doormaakte. Vervolgens moet goed zicht verkregen worden op hoe het leven van Piet er zonder ongeval uit zou hebben gezien. Daarbij geldt dat het gaat om de redelijke verwachtingen over toekomstige ontwikkelingen. Als Piet bijvoorbeeld van plan was een werknemer aan te nemen of meer klanten te nemen, dan kunnen wij dat meenemen als daar bewijsstukken voor zijn. De stelling dat Piet zich zou hebben omgeschoold tot straaljagerpiloot en veel meer zou hebben verdiend, is onredelijk.

Kortom: maatwerk staat voorop. Er zijn geen algemene antwoorden.

Er zijn veel slachtoffers die zonder letselschade advocaat of letselschadejurist letselschade claimen. Slachtoffers komen er vaak al snel achter dat het nog niet zo makkelijk is om een letselschadezaak met de verzekeraar te regelen. De verzekeraar is natuurlijk heel ervaren, terwijl het slachtoffer hier voor het eerst mee te maken krijgt. Het risico bestaat dat u onvoldoende schadevergoeding ontvangt omdat u niet weet waar u recht op heeft.

Wij hebben er uiteraard begrip voor als een slachtoffer zich later bedenkt en alsnog bijgestaan wilt worden door een letselschade advocaat. Dat is, zolang u niet hebt getekend voor een definitieve schadevergoeding (vaststellingsovereenkomst), ook gewoon mogelijk. Wij vragen u dan om alle correspondentie die u met de verzekeraar hebt gehad aan ons door te sturen. Als u een machtiging hebt verleend aan de verzekeraar om medische informatie op te vragen, dan trekken wij die namens u in. Wij komen bij u bezoek en maken een plan van aanpak. Vervolgens kunt u de zaak aan ons overlaten.

Onze kosten brengen wij rechtstreeks in rekening bij de aansprakelijke verzekeraar. Lees daarover hier meer.

Er zijn enorm veel partijen die zich met letselschade bezighouden. Vaak Googelen mensen na een ongeval op “letselschade”, “whiplash”, et cetera en komen zo terecht bij partijen die betaald adverteren op die zoekterm. U komt terecht op een strakke website, veel goede reviews en veel beloften. Er is een catch: veel van deze aanbieders zijn geen advocaat. Het zijn letselschade juristen die niet kunnen en mogen procederen. Uw zaak loopt vervolgens vast. De verzekeraar wilt geen voorschotten aan u betalen en de zaak alleen maar regelen voor een gering bedrag. Uw letselschade jurist adviseert u daarmee akkoord te gaan. 

Wij komen deze situatie vaak tegen. Wij vinden dat een slachtoffer niet “gestraft” moet worden voor diens eerste keuze. Wij nemen de zaak graag over en kunnen onze kosten meestal ook gewoon rechtstreeks bij de verzekeraar indienen. Daarbij geldt wel: hoe eerder u overstapt hoe beter. Zo voorkomt u dat het door u ingeschakelde bureau beslissingen neemt waarvan wij later vinden dat deze beslissingen beter niet genomen hadden moeten worden.

Wij nemen ook zaken over van andere (letselschade) advocaten. Daarbij zijn wij wel kritisch. Vooral advocaten die lid zijn van de LSA voldoen aan veel kwaliteitseisen. Wij bekijken dan met u of het wel echt nodig is dat u overstapt.

Verzekerden krijgen van de rechtsbijstandverzekeraar wel eens te horen dat een zaak geen redelijke kans van slagen heeft. Er wordt dan geen dekking verleend. En dit terwijl de verzekerde van mening is dat hij toch echt een sterke zaak heeft. Ook kan het voorkomen dat u het niet eens bent met de wijze waarop uw zaak behandeld wordt. U kunt in dat geval een second opinion door ons laten uitvoeren op de kosten van de rechtsbijstandverzekeraar. Dit is vastgelegd in de geschillenregeling.

Als wij van mening zijn dat de zaak wel een redelijke kans van slagen heeft, dan moet de rechtsbijstandverzekeraar alsnog dekking verlenen. Als wij het echter eens zijn met de rechtsbijstandverzekeraar, dan wordt er geen dekking verleend. U kunt de procedure dan wel op eigen kosten voeren. Wordt u in deze procedure toch in het gelijk gesteld, dan moet de rechtsbijstandverzekeraar achteraf de kosten vergoeden.

Advocaten met
LSA-keurmerk

LSA logo

Vier van de vijf advocaten van VictimFirst Advocaten beschikken over het keurmerk van de Vereniging Letselschade Advocaten. Het ‘LSA-keurmerk’ is het hoogst haalbare keurmerk in de letselschadebranche. Zo weet u dus zeker dat u bij het verhalen van uw letselschade wordt bijgestaan door een in letselschade gespecialiseerde advocaat.

Wat is er gebeurd?

Onze filosofie

Wij vinden dat ieder slachtoffer een ervaren letselschade advocaat verdient. Helaas komen slachtoffers in de praktijk vaak terecht bij bureautjes die slim via Google adverteren. Veel beloftes, weinig daden. De bureautjes stellen betaling van hun nota’s voorop, ten koste van het belang van het slachtoffer. Wij vinden dat dat anders kan en moet. Het slachtoffer moet centraal staan en op de eerste plaats komen. Vandaar ook onze naam: VictimFirst.